Tijdens hun reis op de fiets door Zuid-Amerika, komen Emma en haar vriend Rob erachter dat de meest interessante gebieden ver van de bekende plekken te vinden zijn.
“Que pasa?” zei een onbekende man, terwijl hij uit het raam van zijn auto hing. We waren in de middle of nowhere, ergens tussen Ushuaia en Puerto Natales, naast de weg aan het wachten met onze fietsen. Het plan was geweest om naar het noorden te fietsen door de Patagonische wildernis en onderweg de beroemde natuurwonderen te bekijken. We wilden de sterke tegenwind die vaak ‘s ochtends de kop opstak vermijden door al voor zonsopgang te vertrekken, maar tegen de tijd dat we er voor die dag mee op wilden houden was de zon al op. Rob’s knie speelde op en hij kreeg er steeds meer last van. We besloten om de strijd met de tegenwind niet aan te gaan en in plaats daarvan een lift naar het volgende stadje te vinden. Een moeilijke beslissing, aangezien we graag zoveel mogelijk wilden fietsen.

Nadat we nog geen 15 minuten langs de weg gestaan hadden stopte er een grote rode 4-wheel drive. De chauffeur sprak geen woord Engels, maar we begrepen dat hij een Chileen was en Ricardo heette. Zonder enige twijfel hielp hij ons meteen de fietsen in de laadbak te tillen. Daar zaten we dus in een pick-up truck tijdens onze fietstrip in Zuid-Amerika. We probeerden in gebroken Spaans een gesprek te voeren en uit te leggen waar we vandaan kwamen en Ricardo liet ons foto’s van zijn familie zien. Van wat we begrepen was hij een visser die op weg was naar Puerto Natales om zijn werkweek op een schip te beginnen. Terwijl we het jammer vonden dat we dit gedeelte van de route niet konden fietsen, voelden we ons tegelijkertijd erg dankbaar voor zijn hulp en dat we de vriendelijkheid van een local konden ervaren, die ons niet achterliet langs de kant van de weg in de middle of nowhere.
Het voelde vreemd om opeens weer in een auto te zitten na dagenlang gefietst te hebben, en nog vreemder om zo snel op onze bestemming te arriveren! Na een paar uur die snel voorbij gingen arriveerden we in Puerto Natales, een charmant toeristisch stadje in Chileens Patagonië, dat als belangrijkste toegangspoort tot het beroemde Torres del Paine Nationaal Park fungeert. Het leven in Puerto Natales was goed: een beetje zon, goede koffie, nog betere taart en zelfs wat taco’s en speciaalbier. Opeens waren we omringd door talloze andere reizigers en probeerden we uit te vinden hoe we het beste het nationale park konden verkennen.

Torres del Paine staat bekend om zijn adembenemende uitzichten met monumentale bergtoppen die boven gletsjermeren uittorenen. Deze schoonheid maakt het een populaire plek en we kwamen er al snel achter dat het er redelijk toeristisch en daarom nogal strikt gereguleerd was — niet zo avontuurlijk als we hadden gehoopt. Alle campings lang de trail vereisen reserveringen en ze worden allemaal door andere instanties beheerd. En er speelde nog een andere complicatie op: fietsen is niet toegestaan in het park. Om niet ontmoedigd te raken gebruikten we de opgelegde rustdagen om onderzoek te doen en een plan te maken. In plaats van de bus te nemen zoals de meeste reizigers, besloten we om naar het nationale park te fietsen en de gebieden waar fietsen toegestaan zijn te verkennen. Vanaf de kampeerplaatsen zouden we de populaire hoogtepunten te voet bezoeken op een aantal dagwandelingen.
Na een paar dagen in Puerto Natales was Rob’s knie voldoende hersteld om weer door te gaan. We hadden zin om weer op onze fietsen te stappen en naar het beroemde park te rijden. Het leukste aan fietsen is dat je ook echt van de reis kunt genieten en niet alleen van de bestemming. De wegen die het park in leiden waren voornamelijk onverhard gravel, maar redelijk goed begaanbaar op de fiets. En… het bleek dat de wegen van en naar het nationale park minstens zo mooi waren als het park zelf. De hele dag reden we naar het mooiste uitzicht ooit toe, alsof je naar een schilderij kijkt onder het fietsen. De massieve bergen en gletsjers aan de horizon boezemden ontzag voor de kracht van de natuur in.

Om dit punt te benadrukken, leek het, gingen wolken snel over in hevige regenbuien terwijl onze route de wegen heuvel op en af volgde. In Patagonië krijg je echt alle seizoenen in een dag voorgeschoteld. We voelden ons sterk in onze strijd met de elementen en sterkten ons moraal door een warme kop thee te zetten langs de kant van de weg. Het hielp dat we geen andere fietsers ontmoetten op dit hele gedeelte. We hadden de weg helemaal voor ons zelf en konden van de ervaring genieten zonder afleidingen. Het was magisch.

Toen we de ingang van het park bereikten waren we weer terug op het toeristenpad. Opeens moesten we de campings en paden weer met anderen delen. Het is altijd leuk om met andere reizigers te praten, maar je ziet ook dat de natuur lijdt onder de massa’s. Tijdens ons verblijf in het park hebben we twee prachtige wandelingen gemaakt. Een welkome verandering van ritme voor onze spieren! De meeste wandelaars zien de torres het liefst met een heldere lucht, maar wij genoten juist van het mistige uitzicht en het gevoel van de kleine, koude sneeuwvlokken die op ons warme gezicht vielen en op het ijzig blauwe meer. Bij de afdaling zagen we de sporen van een regenbui die wij ontweken hadden, omdat we aan de top waren.

Nadat we het park achter ons lieten vonden we onszelf weer op eindeloze lege wegen, rijdend naar Cerro Castillo. Deze keer hadden we geluk met een sterke wind in onze rug. Wat een geweldige ervaring na wekenlang tegen de wind in ploeteren. We vlogen letterlijk vooruit en legden de 65 kilometers naar het volgende stadje snel af. In Cerro Castillo sloegen we nieuwe voorraden in met genoeg pasta en havermout voor de volgende 3 dagen. We planden een afgelegen route naar het trekkersstadje El Calafate.

Deze ripio (Spaans voor gravelweg) was de slechtste die we tot dan toe waren tegengekomen, met grote keien en gaten in de weg die ons op ons zadel lieten stuiteren, vertraagden en onze armen en zitvlak pijn deden. Niet het beste moment om in de regen te zijn. Maar het universum leek ons goed gezind. De hemelsluizen openden zich net toen we het enige gebouw in ongeveer 100 kilometer passeerden. We besloten om te kijken of we er konden schuilen en ontmoetten Fabian, de politie-agent die daar woonde, en Eduard een andere fietser die net was gearriveerd.

Fabian woont het hele jaar in deze zeer eenvoudige politiepost, waar hij een afgelegen stuk weg van 200 kilometer lang met weinig verkeer bewaakt. Blij als hij was met wat gezelschap op deze eenzame post bood hij ons een slaapplek aan, terwijl wij als wederdienst een pastamaaltijd voor hem maakten. Terwijl de storm buiten raasde, speelden we kaartspelletjes met Fabian en Eduard, dankbaar dat we in het warme politiebureau zaten, in plaats van buiten in onze tent. We genoten van een goede nachtrust.
De volgende dag was de regen gelukkig gestopt en gingen we verder op de gravelweg. Helaas was de gravel door het weer veranderd in een zware, modderige klei. Het was bijna niet meer begaanbaar met onze zware fietsen en we moesten hele stukken met onze fiets lopen. Toen we eindelijk weer een asfaltweg bereikten waren we super opgelucht om uit de modder te zijn en werden we beloond met een prachtige afdaling. Met hoge snelheid en kreten van vreugde rolden we helemaal naar El Calafate.
Foto’s: Rob Hermans & Emma Cornelis
Tekst: Emma Cornelis


Emma en Rob gebruikten de meerdaagse planner voor deze trip. Ook checkten ze elke dag het on-Tour weerbericht om goed voorbereid op pad te gaan.
Meerdaagse planner
On-Tour Weerbericht
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.